Pochen

Vroegah, heel vroegah, werd er veel meer vis meegenomen en opgegeten dan nu. Dat kwam natuurlijk enerzijds doordat gevangen vis een mooie aanvulling betekende voor het soms karige voedselpakket, en het was – geloof ik – ook wel gewoonte. Toen werden alleen de kleintjes teruggezet. Om verder te groeien. Door de vissende mensch van vroegah.

Ik kan me nog goed herinneren dat mijn vader soms met een maaltje vis thuis kwam. Meestal voorns, soms een mooie snoekbaars en ooit een karper van een pond of tien. Hup schubben eraf en in de koekenpan met de handel. De karper in plakken, de voorns even inkerven, zouten en peperen en in de goeie boter ermee. Vooral de voorns kan ik me nog als zeer smakelijk herinneren. De karper was zoetig. Brasem gronderig. Baars heerlijk. Van de snoekbaars – hoewel die, geloof ik, van allemaal het hoogst op de culinaire lijst stond – herinner ik me weinig.
En niet te vergeten de paling. Hij peurde graag, mijn vader, en ving zich soms te barsten als de paling ‘liep’. Ik ging graag mee, hoewel ik meestal werd opgevreten door de muggen. Ik kan me nog een nacht herinneren dat mijn vingers tegen elkaar aan zaten van de muggenbulten. Wat een droefenis. Even voor de ongelovigen; peuren doet men des nachts en met een dot aangeregen wormen (de peur) met een zogenaamd peurlood erop en aan een dikke draad en dito stok. De peur wordt zachtjes op de bodem heen en weer bewogen en als de paling aanbijt, voel je dat als een elektrische schok. (Soms leek het ook wel op het rukken van een jonge hond). Die paling blijft dan (soms) aan de rijgdraad hangen en wordt vliegensvlug in een ruim – buiten de boot hangend – net van de peur afgeschud. Hiervoor werden ook wel zogenaamde kinderbadjes gebruikt, vooral als men vanaf de kant peurde. Wij rookten de paling zelf en oooooh wat een leuke tijd was dat. En die schieraal was heel lekkahhh…!!

Mijn eerste echte snoek van 2,5 pond nam ik trots mee naar huis. Ik ving hem trouwens aan de vaste bamboehengel en een Veltic spinner. Die (verzwaarde) Veltic ploempte ik in het water en bewoog dan de hengel naar links of rechts. Die Veltic begon dan braaf te draaien. En… hij was er ineens, die snoek. Knal! Wat een sensatie! Mijn moeder griezelde ervan, maar de buurman niet. Die lustte hem wel. Vre-se-lijk, wat ging er toen soms veel overstag. En dat uit ‘gewoonte’.

150056_vnv114_p76_02_adDat is nu wel een tikje anders. Want iedereen heeft al jaren een fototoestel of zo’n videoding. De eerste ‘terugzetnobelen’ waren de schrijvers in sommige visbladen. Die begonnen terugzetten te propaganderen, weidelijkheid en vooral onbeschadigd terugzetten en zo. Het gebruik van (soms stalen) leefnetten te verfoeien (die noemden ze ‘sterfnetten’ en dat waren ze ook). Het werd, tot mijn genoegen, gemeengoed. Dat terugzetten. Zelfs begon men weerhaakloos te vissen, om sneller te kunnen onthaken en de vis… nu ja. We visten toen (en nu nog) voor de sport. Nou ja, sport? We begonnen onszelf ‘sportvissers’ te noemen. Het waarachtige waarom van het woord ‘sport’ is me altijd een tikje ontgaan. Maar hoe dan ook, nu fotograferen we een gevangen vis die de moeite waard is om gefotografeerd te worden. Met erboven je eigen grijnzende hoofd of dat van je maat. Dus dan zetten we erna de vis weer braaf terug.
Dat ‘geself’ kan met een gewone fotocamera, maar veel vaker doet men dat met de telefoon die iedereen tegenwoordig wel bij zich draagt en die – het moet gezegd – vaak uitstekende kwaliteit levert. Selfies. Jawel. Kijk, daar heb je ons Antoon alweer op Facebook met een beste…Een joekel van een, een beer, een lap of – zoals Kees Ketting wel zei – een lijer van een… Een knoeperd van een voorn, karper, snoek, forel, zalm… You name it. Zelden overigens zien we een foto van een sof, dan wel klotendag. Een treurig afgetobt gezicht met nat plakhaar, een zogenaamde Soffie. Maar die leuke ‘hier-poseer-ik-weer-met-een-joekel-foto’ maakte ie zelf met z’n camera/telefoon op een speciale houder, een ‘selfie–o-foon touch and go gripper’. Pochers dus? Ach, nou niet zeuren, Swier, dat valt allemaal nog wel mee. Immers je mag toch wel gewoon blij wezen als dat waar je voor naar het water trok nu eens helemaal is gelukt? Een joekel gevangen. Dus een selfie en hopperdepop Facebook op. Helemaal goed en zeer begrijpelijk. Klopt, kan ik niet omheen.

Maar sinds enige tijd kennen wij ook de pochers met boze bijbedoelingen. Met commerciële bijbedoelingen. Niet veel mis met gezonde commercialiteit, maar… De trucjes van hengelsportwinkels, maar vooral van de diverse internetbedoeningen. Ach nee maar, kijk nu toch, daar hebben we die aardige eigenaar (Joop Zonderhoop) van Upyours Flyfishing Tackle weer. En ja hoor, hij had er weer een, een 30-ponder, ditmaal. Die hij na een heroïsch gevecht en met gevaar voor eigen leven wist te landen. En weet je waaraan hij hem ving? Waaraan deze werkelijk enorme vis volkomen kansloos was. Aan een Upyours hengel en een Zorba-dish reel (de aftma 10), de gekende intermediate Zoeff lijn, waaraan een ‘No strengle’ leader en ‘Tough’ stalen onderlijn en natuurlijk aan een door hemzelf gebonden “Getthefockersout’ streamer. Het verbaast u waarschijnlijk, maar al deze bullen zijn te koop bij Upyours Flyfishing Tackle. Gut, da’s even fijn, misschien kan het grote geluk u dan toch nog deelachtig worden of licht aanraken. Klikt u maar eens vrijblijvend op… Eventueel gidst Zonderhoop ook. Niet dat de naam nu direct een groot vertrouwen oproept. Laat Joop z’n gang maar gaan en kijk vooral op de website en naar de vele foto’s van scharen tevreden klanten, met er immer achter de grijnzende iets te bruine bol van Joop.

Maar het kan erger en vooral geraffineerder. Zo kennen wij sinds enige tijd de firma ‘Kiekmiedan’ uit Ermelo. Kiekmiedan werkt zeer discreet. Als je Kiekmiedan belt, krijg je nooit gehoor. Daarentegen word je ’s avonds gebeld door een dame – met een zwoele stem – van de firma Kiekmiedan. Als je denkt het met een vrouw van lichte zeden aan de broek te hebben, vergis je je. Nu kent iedere vliegvisser wel frustraties. Zoals wij kennen; je maat ving een grotere, jij niks, iedereen die je kent staat op Facebook met een enorme grote vis, jij nooit. Het lukt je niet, je hebt altijd botte pech of je kunt gewoon niet vissen. Kiekmiedan sprong daar handig op in. Want je zegt het maar; een loeierd van een snoek, karper, forel, zalm en noem maar op. Je zegt het maar en ze staan bij je op de stoep wanneer het je uitkomt, rijden mee naar je favoriete watertje en halen hem eruit. Uit de tank die op de vrachtwagen gemonteerd is. Op die vrachtwagen staat ‘Melk is goed voor Janneman en alleman’, zodoende is en blijft discretie verzekerd. De fotograaf geeft je snel de juiste aanwijzingen. Een loeierd van een snoek, karper, forel of zalm. Gaat u maar zitten en hou hem goed vast, even lachen naar het vogeltje en ‘knip’, geregeld. En nog een en nog een en een van de andere kant. De loeierd gaat weer terug in de tank en klaar is Kees. Voorlopig alleen zoetwatervis, maar aan zout wordt gedokterd. Zo, weer iemand gelukkig. Geen frustraties meer, geen verdriet meer, niet meer gebogen lopen te sloffen of gillend wakker worden. Maar met opgeheven hoofd het feestboek op. Even pinnen dan maar en  tot een volgend keer maar weer. Nee geen koffie hoor, want ze moeten nog naar die Swier in ’s-Heerenbroek.
Ad Swier